• info@weleveld.nl

De geestelijkheid op Middeleeuws Weleveld

De geestelijkheid

Terug naar Wie is Wie

bischop_utrechtWilhelmus Berthout, bisschop van Utrecht van 1296 tot 1301

Ik ben Wilhelmus Berthout. Mijn vader was de heer van Mechelen in Brabant. In 1296 benoemde paus Bonifatius VIII mij tot bisschop van Utrecht. Ik koos namelijk de kant van de paus in zijn strijd tegen de koning van Frankrijk, ten gunste van Engeland. Mijn benoeming was tegen de zin van de Utrechtse kapittels, omdat zij niet door de paus waren gehoord.
Toen ik na de bisschopswijding uit Rome terugkeerde, ontmoette ik zoveel tegenstand dat ik mijn toevlucht moest zoeken in Amersfoort. Ik kon toen niet anders dan de stad Utrecht straffen door deze te excommuniceren.
Na de dood van graaf Floris V in augustus 1296 heb tevergeefs geprobeerd de verloren gegane gebieden Amstelland en Woerden terug te winnen.
Toen later de stad Utrecht weigerde mijn rechterlijk gezag te erkennen, moest ik wel in het Oversticht een leger op de been brengen en naar Utrecht optrekken. Aan de westkant van de stad raakten mijn troepen slaags met een legertje van de opstandige bevolking.

Opmerking: Bisschop Wilhelmus Berthout sneuvelde daarbij op 4 februari 1301. Hij is begraven in de Sint-Catharijnekerk in Utrecht en later overgebracht naar de Domkerk.

bonifaciusPaus Bonifatius VIII (1235 – 1303)

Ik ben Benedetto Gaetani. In 1294 heeft de vergadering van kardinalen mij tot paus gekozen. Als hoofd van de katholieke kerk en als opvolger van de apostel Petrus nam ik toen de naam Bonifatius VIII aan.

God heeft mij als paus het hoogste gezag gegeven over alle gekroonde hoofden en volken en over alle wereldlijke zaken. Alles wat buiten de Kerk staat beschouw ik als onmondig. Daarom moet ieder levend wezen zich onderwerpen aan de paus, wil hij worden gered van het eeuwige hellevuur.

Mijn tegenstanders noemen mij boosaardig en gewelddadig, maar ik kon een dreigende scheuring in de kerk alleen maar afwenden door krachtig op te treden.

Een van mijn grootste vijanden is koning Filips IV van Frankrijk, die men ook wel de Schone noemt. Ik heb hem in 1296 het recht ontnomen om belastingen te eisen van de geestelijken om daarmee zijn oorlog tegen Engeland te financieren. Als reactie hierop heeft koning Filips het zelfs gewaagd een poging te doen mij gevangen te laten nemen. Maar ik heb hem getrotseerd en gezegd: “Hier is mijn nek, hier is mijn hoofd!”. Zelfs door mijn genereuze gebaar de Franse koning Lodewijk IX heilig te verklaren, liet hij zich niet met mij verzoenen.

Opmerking: Gebroken stierf paus Bonifatius VIII kort daarna in het jaar 1303. De geschiedenis oordeelt ongunstig over hem. Doordat hij alles op de spits dreef, is hij er mede oorzaak van dat geweest dat het pausdom in de eeuwen na hem steeds meer in diskrediet is geraakt.

Dante Alighieri (1265-1321) laat in het eerste deel van zijn werk De goddelijke komedie (die na 1303 geschreven is, maar in 1300 speelt) de latere paus Nicolaas III voorspellen dat Bonifatius naar de hel gaat. Maar paus Bonifatius VIII was – evenals Dante – ook een mens van de Renaissance die in 1303 de eerste universiteit van Rome stichtte.

abt_weerseloDe abt van Weerselo

Ik ben de abt van het klooster van “Werslo”. Ridder Hugo van Buren kreeg in 1142 het kerkje van Weerselo met alle bijbehorende goederen van zijn neef, de edelman Hugo van Goor. De vrome Hugo van Buren en zijn metgezellen stichtten er een kleine geloofsgemeenschap die voorzag in zijn eigen levensonderhoud door in strenge afzondering hard te werken. Rond 1150 werd de gemeenschap officieel erkend als klooster van de orde der Benedictijnen.

Opmerking: In de eerste eeuwen van zijn bestaan had het klooster zwaar te lijden onder de roofzucht van de Twentse edelen, vooral de heren van Saterslo (Saasveld). Uiteindelijk keerden de paters terug naar Utrecht en bleven de nonnen alleen over. De overste gaf toestemming aan de Twentse edellieden om hun dochters in het klooster onder te brengen. Met de komst van de adellijke dames verslapte de kloostertucht. Kort na 1500 werd het klooster een wereldlijk Stift, vrij van de strenge leefregels van Benedictus. De “nonnen” hoefden niet langer de kloostergeloften af te leggen en ze konden uittreden wanneer ze wilden, bijvoorbeeld om een huwelijk aan te gaan.

abdisBeatrix II van Holte, abdis van Stift Essen (ca. 1250 – 1327)

Mijn naam is Beatrix II van Holte (ca. 1250 – 1327). Ik ben al vanaf het jaar 1292 abdis van het Stift Essen. Als vrouwelijke abt ben ik het hoofd van een vooraanstaande abdij voor ongehuwde adellijke dames. Mijn kromstaf is een teken van mijn hoge positie. Het klooster heeft een eerbiedwaardige leeftijd. Het is rond 845 gesticht door de Saksische edelman Altfrid die later als bisschop van Hildesheim heilig is verklaard. Het klooster ligt langs een belangrijke doorgaande handelsroute, de Westfaalse Hellweg.

Het Stift Essen geniet de zogenaamde rijksvrijheid. Dat wil zeggen dat het geen verantwoording schuldig is aan een plaatselijke heer, maar direct aan de keizer van het Heilige Roomse Rijk. Daarom bezit het klooster een grote soevereiniteit en mag het bijvoorbeeld belasting innen en tol heffen. Vanaf 1288 staat het klooster onder de voogdij van de graven van Mark.

Sinds 1273 ben ik ook proost van het Stift Vreden in Münsterland.

Opmerking: Beatrix II van Holte is tot haar dood in 1327 abdis van het Stift Essen geweest. De abdij bezat veel boerderijen en uitgestrekte landerijen, waarvan ook enkele in ons land. Rond 1550 was Herman van Weleveld rentmeester van de Sallandse goederen van de abdij. Deze waren gelegen in Olst, Archem en Lenthe bij Dalfsen. Deze Herman was een nazaat van een broer van Johannes III van Weleveld.

nonNon

Ik ben een non. Het was niet uit roeping dat ik in het klooster ben ingetreden; mijn adellijke familie heeft me erheen gestuurd. Zo spaarden ze het geld voor een dure bruidsschat uit, maar ook voor een plaats in het klooster moest worden betaald.

Ik heb de plechtige gelofte afgelegd van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid om mijn leven in dienst te stellen van God, de Kerk en de samenleving.

priesterPriester

Als priester van de Heilige Rooms-Katholieke Kerk behoor ik tot de hoogste stand in onze maatschappij, die bestaat uit bidders (de geestelijkheid), strijders (de adel) en werkers (de boeren en de burgers).

Ik breng de Blijde Boodschap van het evangelie aan de mensen van de parochie waar ik door de aartsbischop van Utrecht ben aangesteld. Mijn ambt brengt vele taken met zich mee. Ik ben de bedienaar van vijf heilige sacramenten: de eucharistie, de doop, de biecht, de huwelijksinzegening en de ziekenzalving. De bediening van de twee andere sacramenten is voorbehouden aan de bisschop: het vormsel en de priesterwijding. De Kerk leert dat God door de zeven sacramenten tot mensen komt. Verder verzorg ik de preek, ik zorg voor de armen en breng troost aan de zieken, ik ben voorganger bij begrafenissen en moet mij ook nog bekommeren om de pastorie.

Wie priester wil worden, moet kunnen lezen en schrijven. Maar alleen mannen worden tot het ambt toegelaten, mits van onbesproken gedrag. Voor de verdere opleiding gaat de kandidaat enkele jaren in de leer bij een ervaren priester. Aan het einde van de leerperiode legt hij een proef af. Daarna stelt hij zich aan de bisschop voor die hem tot priester zal wijden.

Voor mijn levensonderhoud ben ik afhankelijk van de stipendia voor het opdragen van Heilige Missen en van de landbouwproducten die mijn parochianen mij liefdevol schenken.

Terug naar Wie is Wie


Landgoed Weleveld is particulier eigendom. Stichting Weleveld behartigt de belangen van het landgoed. Het landgoed is vrijwel geheel opengesteld. U bent dan ook van harte welkom om te komen genieten van dit authentiek stukje Twente.