Paus Bonifatius VIII (1235 – 1303)
Ik ben Benedetto Gaetani. In 1294 heeft de vergadering van kardinalen mij tot paus gekozen. Als hoofd van de katholieke kerk en als opvolger van de apostel Petrus nam ik toen de naam Bonifatius VIII aan.
God heeft mij als paus het hoogste gezag gegeven over alle gekroonde hoofden en volken en over alle wereldlijke zaken. Alles wat buiten de Kerk staat beschouw ik als onmondig. Daarom moet ieder levend wezen zich onderwerpen aan de paus, wil hij worden gered van het eeuwige hellevuur.
Mijn tegenstanders noemen mij boosaardig en gewelddadig, maar ik kon een dreigende scheuring in de kerk alleen maar afwenden door krachtig op te treden.
Een van mijn grootste vijanden is koning Filips IV van Frankrijk, die men ook wel de Schone noemt. Ik heb hem in 1296 het recht ontnomen om belastingen te eisen van de geestelijken om daarmee zijn oorlog tegen Engeland te financieren. Als reactie hierop heeft koning Filips het zelfs gewaagd een poging te doen mij gevangen te laten nemen. Maar ik heb hem getrotseerd en gezegd: “Hier is mijn nek, hier is mijn hoofd!”. Zelfs door mijn genereuze gebaar de Franse koning Lodewijk IX heilig te verklaren, liet hij zich niet met mij verzoenen.
Opmerking: Gebroken stierf paus Bonifatius VIII kort daarna in het jaar 1303. De geschiedenis oordeelt ongunstig over hem. Doordat hij alles op de spits dreef, is hij er mede oorzaak van dat geweest dat het pausdom in de eeuwen na hem steeds meer in diskrediet is geraakt.
Dante Alighieri (1265-1321) laat in het eerste deel van zijn werk De goddelijke komedie (die na 1303 geschreven is, maar in 1300 speelt) de latere paus Nicolaas III voorspellen dat Bonifatius naar de hel gaat. Maar paus Bonifatius VIII was – evenals Dante – ook een mens van de Renaissance die in 1303 de eerste universiteit van Rome stichtte.
|