Bernard van Weleveld (geb. voor 1300, overl. 1344 of 1345)
Ik ben Bernard van Weleveld. Mijn vader is Otto van Ruinen. Hij kreeg de Twentse bezittingen, waartoe ook het goed Weleveld hoorde, in achterleen.
Mijn broer Otto en ik bouwden in het jaar 1300 het eerste huis op Weleveld. Wij zijn de eerste Van Ruinens die zich Van Weleveld hebben genoemd. Op mijn schild zie je mijn nieuwe wapen met op de bovenste helft een rode wolfskop op een goudgele achtergrond en op de onderste helft drie zilveren rozen op een blauwe achtergrond.
Sindsdien heeft onze familie veel aanzien verworven. Tussen 1320 en 1330 was ik enkele jaren drost van Twente. In 1323 hadden mijn broer Otto en ik zelfs de eer te mogen getuigen bij de graaf van Bentheim.
Mijn geliefde echtgenote Geze staat naast mij.
|
Ridder Otto I van Weleveld (geb. ca. 1265, genoemd in 1308-1320)
Ik ben Otto, heer van Weleveld. Van mijn vader Otto, de heer van Ruinen in Drente, ontving ik zijn Twentse goederen in achterleen. Daartoe behoort ook het uitgestrekte goed Weleveld.
In het jaar 1300 bouwde ik met mijn jongere broer Bernard het eerste huis op Weleveld. Daarom voeren wij, geboren Van Ruinens, sindsdien de naam Van Weleveld.
De bouw van het huis met een weg- en een watertol blijkt een uitstekende investering te zijn. Het ligt immers aan de grote landweg van Utrecht naar Osnabrück. Bovendien is de beek die langs het huis stroomt een goede verbinding met Zwolle via de Regge en de Overijsselse Vecht. De tolgelden van de vele passanten over de weg en de beek vormen een geregelde bron van inkomsten, evenals de pachtgelden van de landerijen. Bovendien ligt het huis precies op de grens van de marken Zenderen en Hertme, waardoor ik in beide marken een belangrijke vinger in de pap heb.
|
Johan van Weleveld (overl. in/na 1367 of in 1387)
Ik ben Johan van Weleveld, zoon van Bernard en Geze van Weleveld. Mijn echtgenote is Nese (Agnes) van Gutterswijk.
Van 1345 tot 1387 was ik leenman van het goed Weleveld. Mijn leenheer is Johan (III) van Ruinen in Drente. Dit blijkt uit een leenakte van 1353. Hierin heb ik bevestigd dat hij mij heeft beleend met de Hof to Welvelde en zes andere goederen in Sindron (Zenderen), namelijk Luttik Hulscher, Storksel, Bekman, De Haar, Bartelink en Veldhuis.
|